Bessegen
Toen de wekker om 7u afliep en de zon al in ons gezicht scheen, wisten we dat we de juiste dag hadden uitgekozen om het Peer Gynt-pad (aka de Bessegen) te lopen. We wilden de boot van Gjendesheim naar Memurubu van 9u30 nog halen en we wisten dat het nipt zou worden, heel nipt. Dus: direct opstaan, Lotte vlug een flesje geven, zelf eten op weg van de keuken naar de auto,... en rijden maar! Van de prachtige naaldbossen en meren onderweg konden we (nog) niet genieten ('s avonds wel), daarvoor waren we te fel gehaast en bovendien werd Lotteke nog ziek onderweg. Gelukkig was ze daarna weer haar vrolijke zelf!
Waar we echter geen rekening meer gehouden hadden, was dat het zo druk zou zijn. Iederéén leek wel de Bessegen-graat over te willen vandaag! Parkeren moesten we dus 2km voor de aanlegkade (en er reed een shuttlebusje heen en weer). Toen we tickets voor de boot gingen vragen, kregen we te horen dat we pas om 11u konden vertrekken (alle vroegere boten zaten vol). Zo hadden we dus al anderhalf uur vertraging nog voor we een stap gezet hadden. Gelukkig konden we binnen wachten, zodat we niet verkleumd aan de wandeling zouden beginnen.
Na een halfuur op de boot konden we dan eindelijk vanuit Memurubu terugwandelen over de Bessegen-graat tot in Gjendesheim. Tegen de tijd dat we gereed waren (naar het toilet gegaan, ons goed ingeduffeld, Lotte in de draagzak, rugzakken vastgesnoerd,...), was iedereen al vertrokken. De eerste kilometers ging het pad al direct steil naar boven, zodat we nog veel mensen inhaalden (omdat klimmen ons nu eenmaal ligt). Voor ons zagen we een ketting van mensen op het pad naar boven slingeren, achter ons schijnbaar een spoor van vernieling (mensen die het moeilijk kregen op de steile helling). Daarna werd het terrein eerder golvend, waarbij we de hele tijd zicht hadden op het schitterende Gjendesmeer rechts (waarop we gevaren hadden) en de besneeuwde bergtoppen in de verte.
Toen we zicht kregen op het Bessvatnet-meer aan onze linkerkant, viel het kleurverschil enorm op: het groenachtige Gjendesmeer (gevuld met smeltwater van de gletsjers) aan de ene kant en het diepblauwe Bessvatnet aan de andere kant. De uitzichten waren adembenemend!
Verderop zat er nog een gemene klauterpartij over kale rotsen aan te komen, volledig opgestropt met mensen natuurlijk. Dat vond ik vreselijk eigenlijk, want ik heb het niet op grote groepen mensen begrepen als ik aan het wandelen ben (en anders ook niet, om eerlijk te zijn).
Na deze passage bleef het pad maar golven. Wel drie keer hebben we – ten onrechte – gezegd “dat daar nu wel de top was”. Daarna zijn we gewoon gestopt met zoiets te beweren... en daar was hij dan toch nog: de top. En natuurlijk was het het waard!
Bij de aftakking naar Glitterheim werd ons hard labeur beloond met de aanwezigheid van wel 30 rendieren. Die hadden zich daar een sneeuwplek uitgekozen om wat te rusten. Ze stoorden zich totaal niet aan al die nieuwsgierige mensen die dichterbij kwamen (de ene al wat discreter dan de andere).
De afdaling richting Gjendesheim bleek pittiger dan verwacht, maar we konden ons al verheugen op een koekje bij de auto. Zes uur en half nadat we in Memurubu vertrokken waren, konden we eindelijk onze wandelschoenen uittrekken, een koekje eten en aan de terugtocht beginnen (deze keer dus wel genietend van de omgeving).
Rond 20u30 kwamen we aan bij onze hut. We staken Lotte in bed, aten, pakten al wat in en keken nog naar een filmpje. Daarna ploften we moe maar voldaan neer in bed. 't Is goed geweest in Gamlestøga, morgen gaat het naar Hellesylt.
Reacties
Een reactie posten